Het Lago Trasimeno, het op drie na grootste meer van Italië, ligt in het noorden van Umbrië, vlak bij de grens met de Toscane. Dit meer ligt er nu rustig en vredig bij en is omringd door prachtige plaatsen als Passignano en Castiglione del Lago en je kunt je bijna niet voorstellen dat dit meer in het jaar 217 BC het decor was van één van de grootste veldslagen ooit.
De Carthaagse generaal Hannibal besloot in 218 v. Chr. de Romeinen in hun eigen thuisland aan te pakken en stak met een groot leger de Alpen over waarna zij in Italië aangekomen waren. Hier hebben twee kleinere veldslagen plaatsgevonden bij Ticinus en Trebia die beiden gewonnen werden door Hannibal. De senaat in Rome stelden twee nieuwe consuls aan om deze dreiging het hoofd te bieden (Gnaeus Servilius Geminus and Gaius Flaminius Nepos) en te voorkomen dat Hannibal Rome kon bereiken. Geminus vertrok vervolgens met zijn leger naar Ariminum (Rimini) en Flaminius naar Arretium (Arezzo) om Hannibal op te wachten.
Wat zij echter niet wisten was dat Hannibal de Appenijnen al was overgestoken en hij de Romeinse troepen al ongemerkt was gepasseerd. Toen de Romeinen hier lucht van kregen moesten zij dus in de achtervolging waarmee Hannibal het strategisch voordeel had. Flaminius had besloten om niet op Servilius Geminus te wachten en ging de confrontatie met het leger van Hannibal aan. Hannibal en zijn leger wachtte geduldig in de heuvels ten noorden van het Lago Trasimeno tot het leger van Flaminius hen passeerde op de smalle strook langs het meer. Het was een mistige dag.
Toen de Romeinen langs het meer liepen zaten zij als ratten in de val. Hen werd de pas afgesneden en zij werden vanuit de heuvels in de flank aangevallen door het Carthaagse leger. Bijna alle Romeinse soldaten werden vermoord of gevangen genomen. Daarnaast werd ook de vooruitgezonden cavalerie van Servilius Geminus verslagen waardoor deze dusdanig verzwakt was dat hij niet meer in staat was om de Cartheegse troepen verder nog weerstand te bieden.
Het jaar erop in 216 BC is Rome nog één keer de strijd aangegaan met het Cartheegse leger in de slag bij Cannae. Rome stuurde een leger van 2 consuls en 8 legioenen van 5000 man elk om Hannibal te verslaan. In een 8 uur durende strijd en met een militaire strategie die tot in de 19e eeuw is toegepast, versloeg hij ook deze keer het Romeinse leger.
Nooit heeft er, zonder dat de stad zelf bedreigd werd, zo’n schrik en verwarring binnen de Romeinse muren geheerst. Daarom zal ik mij ook maar gewonnen geven en er niet aan beginnen te vertellen wat ik juist door een uitvoerige beschrijving minder erg zou voorstellen dan de werkelijkheid… maar van een ramp met vele consequenties: het verlies van de beide consulaire legers tezamen met hun opperbevelhebbers; er stond geen Romeins leger meer in het veld, geen soldaat meer en geen officier; Apulia, Samnium en eigenlijk al bijna heel Italië bevonden zich in Hannibal’s macht. Waarlijk, elk ander volk zou onder zo’n hagelslag van tegenspoed verpletterd zijn.
Titus Livius (Romeins geschiedschrijer)